Peter Giesen / De Volkskrant
U kijkt naar het nieuws en denkt: wat een ellende is er toch op de wereld. Steven Pinker kijkt naar een hele berg cijfers en ziet: het ging nog nooit zo goed. Met dank aan de Verlichting, de rede en het humanisme, zegt de Canadese hoogleraar, waarvoor hij in populistische tijden dus graag een lans breekt.
Steven Pinker was halverwege het schrijven van een boek over vooruitgang, toen Donald Trump tot president van de Verenigde Staten werd gekozen.
Wat dacht u toen? Daar gaat mijn boek?
‘Haha, ik moest er wel even over nadenken. De verkiezing van Trump was duidelijk geen voorbeeld van vooruitgang. Maar ik werd aangemoedigd door mijn vrouw, de filosoof Rebecca Goldstein, die zei: nu hebben we meer dan ooit een boek nodig dat de waarden van de Verlichting verdedigt.’
Steven Pinker (64), hoogleraar cognitieve psychologie aan Harvard, zit in een vergaderzaaltje van zijn Britse uitgever Penguin, met uitzicht op de Theems. Een slanke man, verwoed hardloper, wandelaar en fietser, met een karakteristieke Roger Daltrey-krullenbol. Het dagschema van deze intellectuele wereldster is moordend, maar hij blijft vriendelijk en behulpzaam, zoals bij zijn boodschap past.