Fidan Ekiz / TPO
“Ik kan ongelijk hebben en jij gelijk en met moeite komen we misschien samen nader tot de waarheid”, schreef Karl Popper. Deze wetenschapsfilosoof is een vurig verdediger van een open samenleving. Een samenleving, waarin een individu niet wordt gezien als lid van een groep die de identiteit aan het verschil met de ander ontleent, waarin een groep zijn visie niet oplegt aan de rest van de samenleving en waarin ruimte is voor kritiek.
Ik ben zijn klassieker De open samenleving en haar vijanden gaan lezen. Niet alleen omdat zijn strijd tegen identiteitsdenken en totalitaire denkers mij aanspreekt, maar vooral omdat ik op zoek ben naar antwoorden. Ik probeer te begrijpen waarom in een land waarin vrijheid, gelijkheid en de democratische rechtsstaat fundamentele verworvenheden zijn, tribaal denken steeds meer terrein lijkt te winnen. In ons aangeharkte Nederland waarin elke vierkante meter is uitgedacht, worden ook de bewoners keurig opgeruimd in hokjes en houdt iedereen zich steeds steviger vast aan zijn eigen gelijk.
